dag 10, Suzhou het Venetië van China

8 mei 2015 - Hangzhou, China

Vandaag stond Suzhou op het programma. Suzhou werd door Marco Polo, die hier in de 13e eeuw was het Venetië van China genoemd. De oude binnenstad van Suzhou is net als zijn Italiaanse evenbeeld doorkruist met kanaaltjes. Deze zijn allemaal verbonden met het Grote kanaal dat zo'n 4000 jaar geleden gegraven werd en grotendeels nog in gebruik is. Het Grote kanaal verbindt de grote rivieren zoals de Yangtze met elkaar en maakt hierdoor de reisafstand van noord naar zuid korter.

We zijn begonnen in zijdefabriek nummer twee. In deze staatsfabriek worden de mooiste zijden producten gemaakt. We hebben het maakproces van a tot z gezien. Het begint natuurlijk met de eitjes van de zijderups. Deze rups groeit in ca zes weken tot een flinke rups uit. Ze eten continue van de bladeren van de moerbeiboom. Ze eten niets anders. Het zijn koddige diertjes. Ze voelen heel zacht aan en hebben een guitige snoet. Als de rups volgroeid is begint hij een cocon te maken met vloeibare zijde. Net voordat de mot (de zijderups wordt een mot en geen vlinder) wordt 93% van de cocons gestoomd zodat de mot het loodje legt. 7% blijft in leven om nieuwe eitjes te leggen. De cocons worden vervolgens in heet water gelegd zodat ze afgewikkeld kunnen worden. Een zijdedraad waarmee gewoven wordt bestaat uit de draden van 8 cocons.
Soms zitten er twee rupsen in één cocon, deze draad is dan dikker en kan niet voor fijne producten gebruikt worden. Deze draden worden gebruikt om dekbedden van te maken. En zeer zelden zitten er drie rupsen in een cocon en de draad daarvan wordt gebruikt om kogelvrije onderhemden te maken. Ze zijn erg effectief en alle hooggeplaatste bezoekers van China krijgen er een kado, zo ook onze koning WimLex.

Zijde is ontdekt door een prinses (natuurlijk, een boerin maakt het verhaal een stuk minder interessant) die thee zat te drinken onder een boom. Er viel een cocon van een zijderups uit de boom pardoes in haar hete thee. Toen de mooie prinses (want prinsessen in verhalen zijn altijd mooi) de cocon uit de thee wilde halen trok ze een fijne zilverkleurige draad uit de thee. Ze vond deze draad erg mooi en wilde hier wel kleren van... En zo is het gekomen.
Na afloop kon je nog mooie zijden dekbedden en kleren kopen (in China zit overal een winkel bij, zelfs in restaurants).

Na de zijdefabriek zijn we met de boot de kanalen in de oude binnenstad opgevaren en hebben een plaatselijke markt bezocht.
We waren zelf onderhand een toeristische attractie, zoveel bekijks hadden we.

Na de lunch zijn we naar de garden of enlightment gegaan. Een grote mooie tuin die aangelegd is door een rijke gepensioneerde hoge ambtenaar. Het was een erg mooie tuin die alle elementen bevatte die een traditionele Chinese tuin behoort te hebben: water, rotsen, architectuur en natuurlijk planten. Ook hier werden we veelvuldig op de foto gezet. Ik had zelfs sjans bij twee jonge jongens die perse met mij op de foto wilden (tja, wat zal ik zeggen, ik lig bij alle groeperingen goed in de markt haha).
In deze tuin was ook een gedeelte met allemaal bonsaibomen. De een nog mooier dan de andere. Hier stond ook de schijnbaar oudste bonsai ter wereld. Ik vond het maar een iel boompje. Bonsai komen oorspronkelijk uit China en niet uit Japan zoals de meesten denken. De Japanners hebben dit, zoals veel zaken, gekopiëerd en geperfectioneerd.

Na de tuin was het tijd voor onze twee en een half uur durende busreis naar Hangzhou. Tijdens die reis viel de regen met bakken uit de hemel. Chinese automobilisten maken niet het licht aan maar rijden massaal met de alarmlichten aan tijdens slecht zicht. Ook hadden verschillende vrachtwagens een blauw met rood zwaailicht aan de achterkant. Het was net een lichtshow.

Chinezen houden schijnbaar van veel felle lichten, veel kabaal en een hoop kitsch. Bij alle bezienswaardigheden maken ze er een pretpark van. Er reizen momenteel veel groepen van het platteland rond. Die moet je niet voor je hebben bij een bezienswaardigheid, ze maken veel lawaai, zijn vaak onbeschoft en maken overal een zooitje van. Je wil niet weten hoe zij een restaurant achterlaten na er gegeten te hebben. Maar over het algemeen zijn de Chinezen vriendelijk maar wat ongeduldig. Ze staan meteen langs je als je in een winkel ergens naar kijkt. De hotels zijn goed en proper. Ook de toiletten vallen mee. Zeker in hotels. Op openbare plaatsen valt er nog wel iets over te zeggen. Overal wordt ook de straat geveegd.
Het eten is hier super, de ene keer scherper dan de andere keer, maar altijd lekker.

Morgen een boottocht over het westmeer en naar de Jadetempel. Morgenavond gaan we naar Shanghai...

Taichen...

Foto’s